Het knisperen van het wad hoor je alleen als het wad rondom erg stil is dus geen omgevingsgeluiden zoals pratende mensen, schreeuwende kinderen, kloppende kerkklokken, wegrijdende auto’s, knetterende brommers, gierende straaljagers en op de achtergrond brommende motorboten. Zelf de vogels moeten zich even gedeisd houden.

Dat gebeurt niet vaak ik heb dit nu tweemaal ‘s morgens vroeg mogen ervaren. Vlakbij het zijdammetje van de pier van Moddergat op de Eilanderbultplaat.

Tijdens die indrukwekkende stilte hoor je een broeierig geknisper van het slik, beide keren werd het wad, het slik, verwarmt door de omhoog kruipende zon. Eerst geloof je je oren niet. Wat je daarbij ziet op het wad is af en toe een klein waterfonteintje komende van een schelpsifon die geleegd wordt tijdens het terugtrekken van de schelp.

Mijn eerste gedachte was dat luchtbellen onder het slijm, dat het slik bindt, afkomstig van dode algen wordt verwarmd door de zon en als het ware open plopt.

Nee niks knisperend. Het blijken duizenden wroetende slijkgarnalen te zijn in de waddenbodem. Zij maken dat wonderlijk droog knisperend geluid maken.

Deze in de zomer veel voorkomende jongens, wel 10000 per vierkante meter, graven met hun lange tentakels U-tunneltjes waarin ze voedsel verzamelen. Per dag kunnen ze wel 4000 kiezelwieren, een veel voorkomende algen soort op het wad, eten.

Ze zijn erg kieskeurig, verhuizen soms om de dag, want ze kiezen voor deze tunneltjes een plek met de juiste zand/slik korreldikte voor voldoende stevigheid én er moet voldoende voedsel aan kleven. Deze slijkgarnalen en hun gewroet zorgen voor veel loskomend slik in het zeewater wat voor de schelpen ongunstig is want die willen alleen plankton filteren. Er groeien daarom ook minder planten op deze platen. Veel vogels daarentegen doen zich te goed van deze garnalen vooral bergeenden en kluten zijn er gek op maar ook bepaalde jonge vissen smullen ervan. 

Wat, als laatste, heel bijzonder blijkt dat de slijkgarnaal geen koukleum is. In hele koude winter kan de slijkgarnaal bevriezen, maar als hij weer ontdooit leeft hij gewoon verder. Misschien kunnen wij mensen hier wat van leren.